Twee jonge vrouwen uit Eindhoven stonden voor de rechter in Zutphen, beschuldigd van bankpasfraude. De 20-jarige vrouw, werkende en toekomstig kok, en haar 21-jarige vriendin, een rechtenstudent met advocaatambities, werden beiden aangeklaagd vanwege hun betrokkenheid bij het ophalen van bankpassen en pincodes bij ouderen in Gelderland.
De jongste van de twee bekende dat ze als koerier optrad na te zijn benaderd door een manipulatieve figuur via sociale media. De man deed zich voor als medewerker van een bank en wist ouderen te overtuigen hun bankpassen af te geven. Hierbij gebruikte hij bedrieglijke trucs en verifieerbare informatie, zoals een specifieke code, om het vertrouwen van de slachtoffers te winnen.
Gedurende drie weken wist de 20-jarige verdachte maar liefst 3350 euro te pinnen, zoals bleek uit camerabeelden. Haar handelwijze werd blootgelegd toen zij met valsheid in geschrifte loten trachtte te kopen. Dit roept de vraag op in hoeverre deze jonge daders zich bewust waren van de ernst van hun daden en de impact ervan op de kwetsbare slachtoffers.
De gevolgen van de daden van deze vrouwen reiken verder dan alleen financiële transacties. Terwijl de 20-jarige mogelijk een gevangenisstraf wacht, riskeert de 21-jarige een taakstraf. Hoe de rechter deze zaken beoordeelt, zal uiteindelijk bepalen welke consequenties deze jonge criminelen zullen gaan dragen.
De zaak toont aan hoe kwetsbare ouderen ten prooi kunnen vallen aan moderne vormen van oplichting, waarbij sociale media en manipulatie als krachtige wapens worden ingezet. Het strafproces tegen deze twee vrouwen werpt een schrijnend licht op de impact van financiële misdrijven op zowel individuen als de maatschappij als geheel.