Op bedrijventerrein De Kade en aan de Hallenweg in Eindhoven heerst onvrede over de recent ingevoerde zero-emissiezone. Ondernemers pleiten voor een uitzondering op deze regel, waarbij ze aangeven dat strenge regelgeving hun bedrijfsvoering bemoeilijkt.
Een groep ondernemers en particulieren heeft bezwaar ingediend tegen de uitstootvrije zone die dit jaar in Eindhoven van kracht is geworden. Net als in vijftien andere steden is de stapsgewijze invoering van de zero-emissiezone gestart. Dit houdt in dat enkel volledig uitstootvrije bestel- en vrachtwagens binnen de Ring mogen rijden. Ook oudere voertuigen uit emissieklasse 0 tot en met 4 en vrachtwagens ouder dan acht jaar worden geweerd. Hoewel de verkeersborden al geplaatst zijn, zullen boetes pas na de zomer worden uitgedeeld door de gemeente aan overtreders.
Bedrijventerrein De Kade, grenzend aan de Ring, valt buiten de zero-emissiezone, wat tot grote frustratie leidt bij de circa vijftig gevestigde bedrijven. In tegenstelling tot andere steden die bedrijventerreinen hebben uitgezonderd, geldt dit niet voor Eindhoven. Onder meer advocaat Tom Jeltema benadrukt namens meerdere ondernemers dit onderscheid in behandeling.
Twee grote bedrijven op De Kade, waaronder Smurfit Kappa en bouwmaterialenhandel EKC, ervaren aanzienlijke hinder door de zero-emissiezone. Werknemers spreken over de uitdaging om materialen af te leveren en benadrukken de impact op dagelijkse bedrijfsactiviteiten. De ondernemers vinden het vreemd dat De Kade voorheen buiten de milieuzone viel, aangezien ambtenaren van de gemeente beweren dat er niet werd gehandhaafd op het terrein.
Voor bedrijven aan de Hallenweg hoopt Wilfred Dielis dat een gang naar de Raad van State vermeden kan worden. Hij stelt voor om enkele verkeersborden te verplaatsen als oplossing voor de zero-emissiezone. Het benadrukken van een uitzonderingspositie voor de bedrijventerreinen wordt als een praktische en minimale ingreep gezien in vergelijking met de totale impact op uitstoot. De rechter, die kritisch staat tegenover de gemeente, erkent dit als een potentieel praktische oplossing om verdere juridische stappen te vermijden.
De rechter benadrukt de mogelijke verstrekkende gevolgen van haar beslissing en streeft ernaar binnen zes weken uitspraak te doen.