Een recente rechterlijke uitspraak heeft een schokkende wending gegeven aan de beoogde hoogleraarstitel van bouwkundige M. Kashani aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).
Kashani, van Iraanse afkomst met de Britse nationaliteit, stapte naar de rechter nadat zijn benoeming werd afgewezen. Hij claimde discriminatie op basis van zijn nationaliteit. De rechter kende een deel van zijn eisen toe, inclusief het bedrag dat overeenkomt met zijn verwachte salaris.
De TU/e, die had betoogd dat er geen formele benoeming was vanwege negatief advies, wordt nu geconfronteerd met mogelijke discriminatoire praktijken. De rechter oordeelde dat het ontslag tijdens de proeftijd vanwege nationaliteit niet gerechtvaardigd was. Dit creëert een precedent voor gelijke behandeling binnen de universitaire context.
De beslissing van de rechter opent de weg voor een mogelijk hoger beroep, waar Kashani zal blijven strijden voor rechtvaardigheid en erkenning. De zaak werpt een kritische blik op de rechten en bescherming van werknemers in academische instellingen.